Waarom zitten champignons in blauwe bakjes?

Champignons in blauw bakje

Waarom zitten champignons in blauwe bakjes?

Het maakt niet uit of je ze koopt bij de groenteboer of in het warenhuis. Als je verse witte champignons koopt, zitten die meestal in een blauw bakje. Is dat omdat ze dan beter bewaren of gaat het om traditie?

Gewoonlijk worden ze in plakjes of stukjes gesneden en in een salade of een soep verwerkt, of als sausje bij een lekkere biefstuk. Paddenstoelen zijn niet alleen erg lekker, ze zijn ook nog eens ontzettend gezond omdat ze caloriearm zijn en veel mineralen en vezels bevatten. Nog goed om te weten is dat je champignons droog moet schoonmaken. Je wast ze beter niet en gebruikt best een borsteltje. Ze nemen veel vocht op en dan gaat de smaak verloren. Champignons kennen geen seizoenen en zijn het hele jaar door verkrijgbaar. Om ze te kunnen telen, moet kunstmatig een herfstachtige omgeving worden gecreëerd.

champignons met champignonborstel

IN EEN BED VAN MEST

Het hele kweekproces van de champignon duurt zo’n 6 weken. Net als paddenstoelen die op dode boomstammen groeien, leven ook champignons van organisch materiaal. Zij worden lekker warm gekweekt in een compostlaag. Dat is een mengsel van paardenmest, stro, kippenmest en kalk. In dit mengsel zitten al graankorrels die met de champignonschimmel, ook wel mycelium genoemd, geënt zijn. Vervolgens komt er een deklaag van veen op de compost. Die dekaarde zorgt ervoor dat de luchtvochtigheid en de temperatuur niet te veel schommelen. In de derde week komt er veel verse lucht bij de champignons en zakt de luchtvochtigheid sterk. Deze fase van de teelt kan je vergelijken met de weersomstandigheden tijdens de herfst. Door die klimaatveranderingen trekt het mycelium, dat zich boven in de dekaarde bevindt, samen en vormt het knoppen. Die knoppen groeien uit tot volwaardige champignons, die dan kunnen worden geoogst.

“In blauwe bakjes blijven ze niet langer vers. Maar ze zien er wel witter – en dus mooier – uit als ze in zo’n bakje liggen.”

VLUCHT DUURT EEN WEEK

Een champignonkwekerij bestaat uit verschillende cellen. Een cel is een hermetisch afgesloten ruimte met aan beide kanten bedden of stellingen die 5 of 6 niveaus hoog zijn. Daarin groeien de champignons. Het plukken begint meestal vroeg in de ochtend, zodat de champignons zeer vers naar de veiling, groot- en kleinhandels of restaurants kunnen. Het is trouwens een arbeidsintensieve teelt. Champignons worden met de hand geplukt. Het steeltje wordt met een mes recht afgesneden. Het plukken vraagt toch een zekere behendigheid. Het oogsten gebeurt in 3 keer, die momenten worden ‘vluchten’ genoemd. Eén vlucht duurt een week. Na 3 oogsten rendeert de ondergrond niet meer voldoende en begint het verhaal opnieuw. De teler sorteert de champignons zelf volgens grootte en kwaliteiten en legt ze meteen in blauwe bakjes. Daarin blijven ze niet langer vers, maar ze zien er wel witter – en dus mooier - uit als ze in zo’n bakje liggen. ‘Het oog wil ook wat’ is niet voor niets een bekend gezegde.