Je associeert ze ongetwijfeld met Kerstmis, de rode en groene bladeren van de kerstster of Poinsettia. De wetenschappelijke naam van deze kamerplant is Euphorbia pulcherrima, wat verwijst naar de wolfsmelkfamilie, een groep van planten met melkachtig sap.
De kerstster heeft boven de groene bladeren een kring van rode, witte, crèmekleurige, roze of zelfs gevlamde schutbladeren, die in een rozet groeien rond de eigenlijke vrij onopvallende bloempjes. Deze ‘lokbladeren’ zijn een strategie van de natuur om de plant extra aantrekkelijk te maken voor insecten, opdat die de kleine bloempjes zouden bestuiven. De gebruikelijke planten hebben een diameter van 40 tot 50 cm, maar in de handel vind je ook kleine plantjes van zowat 12 cm, de babykerstster, tot planten op stam van 60 cm groot.
Hoezo, een boom?
Wist je dat de kerstster eigenlijk een boom is? Die kan tot 4 meter hoog worden, en groeit spontaan in de bladverliezende tropische wouden op de gematigde hoogten van het zuiden van Sinaloa (aan de westkant van Mexico), en verder langs de hele Pacifische kust tot aan Chiapas en Guatemala.
En bij de teler?
Er zijn in Vlaanderen een tiental telers van Poinsettia. Ze combineren de teelt met een aantal andere bloeiende potplanten. Zo zorgen ze ook voor spreiding van het werk doorheen het jaar. De teelt van Poinsettia start in juli met gewortelde stekjes. Eens die aan het groeien zijn, worden ze getopt om vertakken te bevorderen. De grotere planten hebben 7 tot zelfs 9 bloemen. In het najaar moeten de planten een korte dag krijgen om bloei te induceren. Daartoe verduistert de teler ze een aantal uren per dag. Dit bepaalt wanneer de planten verkoopklaar zijn. De grootste markt is Duitsland, waar men graag kerststerren heeft om de adventsperiode op te luisteren. In Vlaanderen blijft de piek rond Kerstmis, en komen ze dus iets later massaal in de bloemenzaken en tuincentra.
Geen wegwerpplant
We zien deze planten het meest in de periode rond Kerstmis. Maar wist jij dat je je kerstster mits wat extra zorg het jaar rond kan houden? Zet je kerstster op een lichte, koele plek, maar niet direct in de zon. Zorg ervoor dat de temperatuur binnen niet boven de 20 graden komt. De kerstster heeft redelijk veel water nodig. Giet ze wanneer de bovenste laag van de potgrond weer droog is. Zorg er wel voor dat de wortels van de kerstster niet in een bak water komen te staan, want dan gaan ze rotten.
Mits de plant goed te verzorgen kunnen de lokbladeren tot 6 maand blijven. Maar het is normaal dat ze na een tijdje afvallen. Blijf de groene plant verzorgen. Na de bloei kan je de wortels wat meer ruimte geven door de plant te verpotten. Zet de plant in de juiste potgrond en geef van juni tot oktober om de 2 weken wat plantenvoeding. Bouw het korte dagritme af, door ze te verhuizen naar een lichte en koele plek zonder direct zonlicht. Knip de plant voor de helft terug, zodat zich nieuwe scheuten kunnen vormen. Om de plant opnieuw in bloei te krijgen tegen de volgende Kerstperiode, moet je ze in het najaar een 'korte-dag' behandeling geven. Verhuis ze naar een plek waar het minstens 14 uur duister is. Eventueel kan je ze afdekken. Wanneer je dat niet doet zal de plant pas bloeien in het voorjaar.
Een kerstster is geen kerstroos
De kerstster wordt vaak verward met de kerstroos. Veel mensen denken dat het twee namen voor dezelfde plant zijn, maar het gaat om 2 totaal verschillende planten die juist heel weinig gemeen hebben met elkaar, op hun moment van bloeien na. De kerstroos (foto onderaan) is een tuinplant die schitterend bloeit in de wintermaanden. In deze koudere periode zal de kerstroos de aandacht trekken in jouw tuin. Deze tuinplant bloeit van november tot en met maart. De bladeren van de kerstroos zijn donkergroen en hebben een leerachtige structuur. De plant is winterhard en trekt zich niks aan van sneeuw of vorst. Je kunt de kerstroos in zowel de grond als in een pot planten. Ze doet het goed in de halfschaduw, waar de zon zich wel af en toe laat zien. Staat je plant in een pot, geef ze dan water als de bladeren gaan hangen, maar doe dit nooit wanneer het vriest.
