Ken jij het verschil: ​​​​​​​​stro vs. hooi?

Strobalen op het veld

Tijdens de zomermaanden zorgen ze voor een extra idyllische toets in het landschap: de dikke pakken hooi en stro die op de velden liggen te blinken in de zon. De ronde of vierkante balen mogen er dan wel hetzelfde uitzien van ver, voor onze boeren zijn ze ver van hetzelfde.

Stro

Stro is een restproduct van de graanoogst. De boer maait eerst alle bloeistengels of halmen om daarna de aren met het graan van de stengels te plukken. Wat overblijft op het veld zijn de geplukte bloeistengels. De boer laat ze bewust op het veld achter om te drogen in de zon. Daarna rijdt hij een tweede keer over het veld om de gedroogde stengels samen te persen tot stropakken.  

Graanoogst

De gedroogde strostengels zijn vrij stug waardoor ze vooral voor de volgende zaken gebruikt worden:

  • als bodembedekking of strooisel in de stal
  • om compost mee te maken
  • als bescherming tegen vuil en vorst in de aardbeienteelt
  • als bouwmateriaal voor het dak of als isolatie
  • als verpakkingsmateriaal om bijvoorbeeld breekbare goederen in te pakken
  • om manden of poppen mee te vlechten

Hooi

Hooibalen

Gedroogd gras is wat we hooi noemen. Wanneer de boer zijn grasvelden maait, laat hij het gras in de zon liggen om te drogen. Daarna, als het gras een drogestofgehalte van 85% heeft, perst hij het samen tot hooibalen om te bewaren. Ter vergelijking: vers gras heeft een drogestofgehalte van ongeveer 20%. Hoe jonger het gras en hoe later op de dag het gemaaid wordt, hoe hoger het suikergehalte en de voedingswaarde. Daarom maaien de meeste boeren het gras ’s avonds.

Hooi is dus veel malser en fijner dan stro waardoor het ook makkelijker te eten en te verteren is. Daardoor is het de ideale voedingsbron voor veel dieren op de boerderij. Zeker in de winter of in periodes van droogte, wanneer er geen of weinig vers gras in de wei staat, is de boer blij dat hij een voorraad hooi heeft om zijn dieren te voederen.

Voordroog

Voordroog verpakt

Veel moderne veetelers hebben het ook over ‘voordroog’. Dit is gemaaid gras voor het volledig droog hooi is. Halfdroog hooi heeft een drogestofgehalte van 45%. Daardoor bevat het dus meer voedingswaarden maar kan het toch relatief eenvoudig bewaard worden. Voordroog wordt namelijk ingekuild, vandaar soms de term ‘kuilgras’. Een graskuil is ideaal om grote hoeveelheden voordroog te bewaren. Boerderijen en veetelers die een minder grote voorraad nodig hebben, persen het halfdroge hooi tot balen en wikkelen ze daarna in plastic zodat het niet verder uitdroogt.